In dit kloppende hart de miljoenenstad Mexico-stad is een keur aan bezienswaardigheden en tal van oude Spaans koloniale gebouwen. We wandelen langs zoals het Alameda park, de Zócalo, het Paleis der Schone Kunsten en ’s avonds naar boven in de de Latin American Tower, vanwaar we een mooi uitzicht over de stad hebt. Op de Zócalo, het centrale plein, staat het Nationaal Paleis met muurschilderingen over de geschiedenis van Mexico door de befaamde schilder Diego Rivera, en de grote 16e-eeuwse kathedraal, die door de Spanjaarden is gebouwd. De bij Teotihuacan, noordelijk van Mexico-stad, gelegen piramides van de Zon en de Maan blijken de volgende dag in anderhalf uur met de bus makkelijk bereikbaar op een facultatieve excursie. Anne, een Belgisch gids, blijkt ontzettend goed. Op de terugweg rijden we dan langs de basiliek van Guadelupe, hét bedevaartsoord voor veel Mexicaanse gelovigen. Hier gaan we op een horizontale roltrap langs het doek, wat ooit zo het verhaal zegt ontstaan is doordat hierin geplukte rozen werden gegooid. Het is een ‘wonder’.
In Oaxaca ligt aan de sfeervolle Zócalo met gezellige terrasjes. De volgende dag bezoeken we Monte Alban, een Zapoteekse ruïnestad die in haar bloeitijd 30.000 inwoners telde. De heuvel met de opgravingen biedt een weids vergezicht over vruchtbare akkertjes en kleine gehuchten. Op weg naar het oud koloniale plaatsje Chiapa de Corzo stoppen we eerst bij de beroemde dikste Mexicaanse boom die bij Tule staat. Daarna bezoeken we Mitla, waar de resten liggen van een Zapoteekse stad. Vanwege de grote afstand arriveren we pas ‘s avonds in ons hotel in Chiapa de Corzo. De eersten onder ons hebben reeds last van darmproblemen. Deze variëren van winderigheid tot braak en diaree sessies. Ik blijf tot aan het eind verschoond van dit ongemak. De winderigheid is altijd aanwezig en mijn visie op hygiëne op vakantie bezorgt me een goed weerstandsvermogen. Allen in ons gezelschap die steriel leven komen aan de beurt nu.
Met een motorboot gaan we de ruim 25 kilometer lange kloof Cañon del Sumidero afvaren. Af en toe leggen we de boot stil om vogels of één van de talloze grotten in de soms meer dan 1000 meter hoog oprijzende wanden te bekijken en als je in het water tuurt heb je gerede kans om krokodillen te zien zwemmen. Het sfeervolle stadje San Cristóbal ligt in een landelijke omgeving te midden van akkers en pijnboombossen en heeft een regionale functie voor de in de omliggende dorpen wonende Tzeltal en Tzotzil indianen, afstammelingen van de Maya’s. In alle vroegte vertrekken we voor de lange rit naar Panajachel. Aan het eind van de ochtend passeren we de grens van Guatemala. De grensformaliteiten verlopen voor hier gladjes. In Atitlán ontmoeten we de lokale godheid Maximón, een beeld van een mannetje waar je een paar peso betaald om hem te fotograferen. Iedereen in de veronderstelling dat het geld wordt aangewend aan de gemeenschap. Echter het geld wordt ‘opgefeest’, de God van het kwaad immers...
Iedere donderdag en zondag is er markt in Chichicastenango, dat op ongeveer anderhalf uur afstand ligt. Het hele centrum is een imponerend verkoopspektakel waar je urenlang je ogen uitkijkt en de meest schitterende foto’s maakt. Vers geslachte kippen en varkens, keramiek, bloemen en groente of een handgemaakte kleurrijke tas, trui of deken, je kunt er alles krijgen. Indianen lopen voortdurend de kerk in en uit om kaarsjes te branden, te bidden, hun baby’s te dopen of te trouwen. Het is de grootste en kleurigste markt van latijns america.
Aardbevingen hebben de stad Antigua de afgelopen eeuwen regelmatig verwoest en na 1773 bouwde men een nieuwe hoofdstad, Guatemala City. Er resteren nog tientallen kerken en kloosters, welvarende landgoederen en andere monumenten uit de Spaans koloniale tijd. Achter de fraai besneden houten poortjes van de huizen liggen idyllische tuinen met colonnades en bougainvillea. We maken een wandeling naar het kruis wat hoog op een berg boven de stad uitkijkt. Het is verstandig je eigen agent in te huren, want een beroving op deze route is een 100% zekerheid. Na wat info te hebben vergaard blijkt een viertal agenten de route te beveiligen. In Antigua gaan om 21.00 uur de luiken dicht en lijkt het een spookstad. Het leger neemt het over van de politie. Vlak bij de Hondurese grens ligt Rio Hondo, waar we een nacht verblijven. Op het programma staat een tocht naar het indrukwekkende ruïnecomplex van Copán in Honduras.
Onderweg van Rio Hondo naar Rio Dulce kunnen we bij een bananenplantage en inpakfabriek stoppen en we in omgeving gelegen van Quirigua. In Rio Dulce logeren we in een comfortabel hotel dat pal aan de rivier ligt, maken een boottocht door het tropische natuurreservaat rond de Rio Dulce, waar je langs de rivier vele vogelsoorten kunt bespieden. Einddoel is dan het aan de Caribische Zee gelegen en uitsluitend per boot bereikbare Livingston, dat ooit de belangrijkste koffie en bananenexporthaven van Centraal Amerika was. De negroïde bevolking, die afstamt van de vroegere negerslaven en de Caribische inwoners, handhaaft een heel eigen cultuur. (don’t worry, be happy...)
Een rit van vijf uur door het Petèn oerwoud brengt ons naar de regionale hoofdstad Flores, dat aan een lieflijk meer ligt. Op 70 km afstand ligt Tikal, dat ooit de grootste van de klassieke Mayasteden was. Rond het begin van de jaartelling werd de stad gebouwd en 900 jaar later was Tikal weer verlaten. De Petèn was in die periode het meest dichtbevolkte gebied van Guatemala, terwijl het nu zeer schaars bevolkt is. Slechts een heel klein deel van de stad is bevrijd van de oerwoudvegetatie en gerestaureerd. Een indruk van de grootte van Tikal en het onafzienbare Petèn gebied krijg je door een van de hoge piramides te beklimmen. We eindigen de dag in Palenque.De tempel der Inscripties met het graf van de priesterkoning Pakal en het koninklijk complex behoren tot de grootste schoonheden van Mexico. Een aantal besluit het oerwoud in te lopen om de nog gedeeltelijk verscholen ruïnes te ontdekken en te zwemmen in het ‘Koninginnebad’. Tikal blijkt voor mij de mooiste van allemaal. Ik lunch op mijn gemak bovenop een tempel, loop uren alleen te zeulen in het regenwoud en zie samen met nog drie anderen een jaguar naast het pad. Een kleine soort. Ik dacht eerst aan een grote kater met rare oren. De gids wijst hem echter in zijn biogids aan en het bleek inderdaad een jaguar. Uiteraard brengen we een bezoek aan het stadje Chichen Itza bij het beroemde Maya-complex. Hier kun je op je gemak dit interessante geheel bekijken met een piramide, tempels, paleizen en een sportveld, je ontzettend ergeren aan de souvenirverkopers die hier wel op de site mogen vertoeven. Het is een van de zeven wereldwonderen. Ik ben tot op de dag van vandaag nog niet helemaal overtuigd hiervan. Heel veel andere sites hadden oneindig veel meet bieden. Wat wel leuk is hier, dat zijn de velen Varanen die rustig blijven zitten voor het kiekje.
De reis eindigt in Playa del Carmen (Benidorm), een van oorsprong sfeervol vissersplaatsje, waar genoeg te doen is. Genietend van de prachtige palmenstranden en snorkelend kijk ik terug op een ontzettend interessante reis. Een prachtige kennismaking met latijns amerika. Hans, een wel zeer gemotiveerde fotograaf in ons gezelschap heeft duizenden foto’s gemaakt: tempels, de tegels in de badkamer, zijn vrouw met en zonder bh. Mocht een van ons denken iets gemist te hebben, dan heeft Hans het vast wel op de plaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten